5. Barok (1600 – 1700)

 

 

05-barok

In het Duits: das Barock

 

Inhoud van dit hoofdstuk:

 

Historische achtergrond

Reacties op de verschrikkingen van de oorlog

Literatuur wordt Duitstalig

Andreas Gryphius

De schelmenroman als ontwikkelingsroman

Het kerklied: Paul Gerhardt en Johann Sebastian Bach

Angelus Silesius

 

 

Historische achtergrond

De Barok (Duits: das Barock) wordt in het Europa van de zeventiende eeuw als de dominante kunststroming beschouwd. De Barok is een reactie op een schisma (breuk) in het West-Europese Christendom, die aan deze periode voorafging. Die breuk, de reformatie genoemd (zie Hoofdstuk 4: Reformatie), waarbij protestanten zich afscheidden van de Rooms- Katholieke Kerk, versterkte de centrifugale krachten in de strijd tussen de centrale macht van de keizer en die van de vorsten in Duitsland. Martin Luther speelde een belangrijke rol in de tijd van de reformatie.

Het Duitsland van de zestiende en zeventiende eeuw was verdeeld in vele vorstendommen, waarbij sommige vorsten de kant van de protestanten en anderen de kant van de katholieken kozen. Dit leidde tot een groot conflict tussen de vorsten, de Dertigjarige Oorlog (1618 – 1648), die samenvalt met de laatste dertig jaar van de Tachtigjarige Oorlog (1568 – 1648) in de Republiek (het huidige Nederland). Ook landen als Frankrijk en Zweden raakten bij dit conflict betrokken. Met de Vrede van Münster (in het Duits: Westfälischer Frieden, 1648) kwam een eind aan de Dertigjarige Oorlog.

De verschrikkingen van deze oorlog waren groot. In het gebied dat ongeveer samenvalt met wat nu Duitsland heet, kwamen ongeveer 6 miljoen inwoners (van de 20 miljoen) door geweld en ziekte – met name grote pestepidemieën – om het leven.

Als reactie op de protestantse reformatie ontstond in de Katholieke Kerk ook een hervormingsbeweging, die Contrareformatie werd genoemd. Net als binnen het protestantisme probeerde de kerk de boodschap van de Bijbel op nieuwe manieren over te brengen aan de bevolking. Dit gebeurde niet alleen door bijbelverhalen uit het Hebreeuws, Grieks en Latijn in de volkstalen te vertalen, maar ook door ze te verbeelden in realistische kunst, die indruk moest maken. Deze kunststijl wordt ‘Barok’ genoemd en kwam uit het zuiden, uit Italië en Spanje. In het noorden van Europa had de tijd op het gebied van de kunst enigszins stilgestaan door de vele oorlogen: vorsten besteedden hun geld aan kanonnen in plaats van aan muziek, literatuur en toneel.

 

De inname van Magdeburg door de keizerlijke troepen in 1631 werd een belangrijk symbool voor de verschrikkingen van de oorlog. De stad werd in brand gestoken en de bevolking grotendeels uitgemoord. Gravure van Johann Philipp Abelin, uit 1659.
De inname van Magdeburg door de keizerlijke troepen in 1631 werd een belangrijk symbool voor de verschrikkingen van de oorlog. De stad werd in brand gestoken en de bevolking grotendeels uitgemoord. Gravure van Johann Philipp Abelin, uit 1659.

 

De Barok was een reactie op een wereld vol oorlog, maar ook een poging om via kunst het Christelijke geloof uit te leggen aan en over te brengen op de bevolking. Keizer en vorsten kwam dit goed uit, want zij hadden wel behoefte aan rust en trouwe onderdanen. De nieuwe cultuur kon hierbij dienst doen als (in het Duits:) Disziplinierung van de bevolking. De barokke kunst uit de katholieke landen waaide over naar protestantse gebieden. De vorstenhoven werden de centra waar de nieuwe cultuur uit het zuiden als eerste tot ontwikkeling kwam.

 

Der Dreißigjährige Krieg (8′):

 

Reacties op de verschrikkingen van de oorlog

Als reactie op de afschuwelijke gebeurtenissen treft men aan de ene kant een uiterst positieve houding tegenover het leven aan – morgen kan het immers voorbij zijn – uitgedrukt door de spreuk carpe diem, pluk de dag.

Aan de andere kant is er sprake van een intense religiositeit omdat men zich bewust is van de vergankelijkheid van het aardse en zich van het wereldse afkeert. Dit wordt uitgedrukt door de spreuk memento mori, gedenk te sterven.

Gerhard Richter, Schädel mit Kerze, 1983. Een moderne versie van ‘memento mori’.

Frans Hals, Man met schedel, ±1627.

Een wijdverbreid motief in de literatuur en de schilderkunst van de Barok is de zogenaamde vanitas (ijdelheid), waarmee uitgedrukt wordt dat het leven op aarde zonder waarde en vergankelijk is. In de kunst zie je dit terug in symbolen als de zandloper of een doodshoofd.

De positieve houding ten opzichte van de wereld en de religieuze emotionaliteit worden tot uitdrukking gebracht in de schilderkunst (bijvoorbeeld bij Rubens), de muziek (bijvoorbeeld bij Bach) en in de architectuur.

Interieur van de abdijkerk van Melk, typisch voor de Barok © Foto Effi Schweitzer

De architectuurstijl in de Barok kenmerkt zich door overladenheid en bombast. De naam Barok stamt uit de architectuur en is afgeleid van het Spaans – Portugese woord barocco dat ‘onregelmatig gevormde parel’ betekent. Opgemerkt dient te worden dat men deze wereldvreugde en wereldvlucht in de kunst hoofdzakelijk in vorstenhuizen aantreft. De andere standen hadden vooral te lijden onder oorlog en de daarmee gepaard gaande verschrikkingen. De Barok is daarom vooral een aristocratische cultuur.

 

Voorbeelden van die architectuur zijn de Frauenkirche in Dresden, het Benedictijnerklooster Melk in Oostenrijk en de vele barokpaleizen naar het voorbeeld van Versailles bij Parijs, Schönbrunn in Wenen en Nymphenburg in München.

De tuin van Charlottenburg is typisch voor de tijd van de Barok

 

Literatuur wordt Duitstalig

Martin Opitz
Martin Opitz

Bijzonder aan de periode van de Barok is dat het Duits voor het eerst als geschikte taal voor de literatuur gezien werd. Voordien werd veelal niet in de volkstaal maar in het Latijn gedicht. Belangrijk in dat verband is het werk Buch von der deutschen Poeterey van Martin Opitz uit 1624. Hierin beschrijft Opitz (1597 – 1639) de regels (voor alle genres) waaraan literatuur volgens zijn opvattingen zou moeten voldoen.

Dat heeft tot gevolg gehad dat de literatuur uit de Barok een nogal starre en vooral gekunstelde indruk op ons maakt. In de Barokliteratuur ging het (nog) niet om het uitdrukken van originele of persoonlijke gedachten of gevoelens. Het ging om het ambachtelijk imiteren van beroemde voorbeelden en hierop te variëren volgens vaste afspraken. De teksten zaten vol verwijzingen naar andere literaire werken en hadden in veel gevallen een beschrijvende of leerzame strekking. De barokschrijver was dan ook bijna altijd een geleerde. Veel Duitse geleerden hadden de universiteit van Leiden bezocht of daar zelfs enige tijd gedoceerd.

Stijlelementen, rijm, metrum en strofenvorm speelden hierin een belangrijke rol. Vanwege de vele buitenlandse huursoldaten was er een sterke invloed van andere talen op het Duits. Dit leidde tot het gebruik van Franse en Italiaanse woorden. Renaissancedichters zoals Petrarca (1304 – 1374) stonden in hoog aanzien en hebben met hun werk de dichtkunst in de Barok beïnvloed. Overdreven beeldspraak, dramatische uitdrukkingen en het gebruik van allegorie (verwijzingen) komen veel voor.

 

Ach Liebste, lass uns eilen (Martin Opitz, 1624)

Ach Liebste, lass uns eilen,
Wir haben Zeit:
Es schadet das Verweilen
Uns beiderseit.

Der edlen Schönheit Gaben
Fliehn Fuß für Fuß,
Daß alles, was wir haben,
Verschwinden muss.

Der Wangen Zier verbleichet
Das Haar wird greis,
Der Äuglein Feuer weichet,
Die Brunst wird Eis.

 

 

Das Mündlein von Korallen
Wird ungestalt,
Die Händ als Schnee verfallen,
Und du wirst alt.

Drum lass uns jetzt genießen
Der Jugend Frucht,
Eh denn wir folgen müssen
Der Jahre Flucht.

Wo du dich selber liebest,
So liebe mich,
Gib mir, dass, wann du gibest
Verlier auch ich.

 

  • Hier kun je het gedicht van Opitz beluisteren.
  • Meer informatie over verschillende aspecten van de barok.
  • De radiouitzending ‘Im Schatten des 30 jährigen Kriegs‘ over literatuur in de tijd van de Barok kun je hier beluisteren:

 

Bekijk dit filmpje voor een kort overzicht van de Barok:

 

Belangrijke navolgers van Martin Opitz zijn:

  • Andreas Gryphius (1616 – 1664)
  • Hans Jacob Christoph von Grimmelshausen (1662 – 1667)
  • Paul Gerhardt (1607 – 1676)
  • Angelus Silesius (1624 – 1677)

 

Andreas Gryphius

Theater in slot Friedenstein in Gotha
Theater in slot Friedenstein in Gotha

Aan de Duitse hoven komt het toneel tot ontwikkeling. Het eerste theater aan een hof met een eigen bühne kwam tot stand door de inspanningen van de toneelspeler Conrad Ekhof. Zijn theater in slot Friedenstein in Gotha is een prachtvoorbeeld van een baroktheater.

De belangrijkste toneelschrijver van de Barok is Andreas Gryphius. Men noemt hem ook wel de oprichter van het Duitse toneel. Hij heeft tragedies en een aantal komedies geschreven. Daarnaast werd hij vooral beroemd als dichter.

Zijn sonnet Es ist alles Eitel gaat over de treurige situatie op aarde en de verwoestende gevolgen van de Dertigjarige Oorlog in zijn vaderland Silezië (nu Polen). Samen met het tweede sonnet Menschliches Elende zijn dit twee typische voorbeelden van de vanitas-gedachte. Het sonnet was door zijn vaste vorm en voorgeschreven regels bij uitstek geschikt voor de afstandelijke en beschouwende blik van de barokdichter op zijn onderwerp.

Andreas Gryphius: Es ist alles eitel

Es ist alles eitel

Du siehst, wohin du siehst nur Eitelkeit auf Erden.
Was dieser heute baut, reist jener morgen ein:
Wo itzund Städte stehn, wird eine Wiese sein
Auf der ein Schäferskind wird spielen mit den Herden:

Lees hier verder (inclusief een vertaling in modern Duits) en beluister het complete sonnet

Andreas Gryphius: Menschliches Elende

Was sind wir Menschen doch! ein Wonhauß grimmer Schmertzen?
Ein Baal des falschen Glücks / ein Irrliecht dieser Zeit /
Ein Schauplatz aller Angst / unnd Widerwertigkeit /
Ein bald verschmelzter Schnee / und abgebrante Kertzen /Diß Leben fleucht darvon wie ein Geschwätz und Schertzen.
Die vor uns abgelegt des schwachen Leibes kleid /
Und in das Todten Buch der grossen Sterbligkeit
Längst eingeschrieben sind; find uns auß Sinn’ und Hertzen:Gleich wie ein eitel Traum leicht auß der acht hinfält /
Und wie ein Strom verfleust / den keine Macht auffhelt;
So muß auch unser Nahm / Lob / Ehr und Ruhm verschwinden.Was itzund Athem holt; fält unversehns dahin;
Was nach uns kompt / wird auch der Todt ins Grab hinzihn /
So werden wir verjagt gleich wie ein Rauch von Winden.

Beluister het gedicht.

 

De schelmenroman als ontwikkelingsroman

Een zeer populair genre in deze tijd is de schelmenroman. Dit is een soort ontwikkelingsroman (Bildungsroman) waarin de lezer iemand volgt van geboorte en kindertijd tot volwassenheid. De held is daarin is soms een wees en altijd iemand die zonder de bescherming van een normale gezinssituatie opgroeit. Hij moet telkens verhuizen en komt van de ene in de andere situatie terecht waarin hij anderen vaak te slim af is, maar heeft in de kern een goed hart. Het verhaal moest de lezer een scherpere kijk bieden op het leven, de zeden en de leefgewoonten van zijn tijd.

In Duitsland werd Der abenteurliche Simplicissimus van Hans Jacob Christoph von Grimmelshausen de beroemdste schelmenroman. Het boek bevat veel autobiografische elementen en zet het conflict van de zeventiende eeuwse mens tussen wereldangst en levenslust uiteen. Het is een ontwikkelingsroman: de hoofdpersoon leert veel in zijn leven en tijdens de oorlog.

 

De roman begint met de beschrijving van de afkomst van Simplicissimus. Klik hier voor de volledige tekst van Der abenteurliche Simplicissimus.

Hier vind je een samenvatting van de roman in het Nederlands.

In 2009 vertaalde Reinhard Kaiser de roman in modern Duits. Hier lees je een recensie.

 

 

Hans Jacob Christoph von Grimmelshausen, Der abenteurliche Simplicissimus

 

Beluister het onderstaande fragment:

Titelpagina van de Simplicissimus

Das erste Buch – Das 1. Kapitel

Vermeldet Simplicii bäurisch Herkommen und gleichförmige Auferziehung

Es eröffnet sich zu dieser unserer Zeit (von welcher man glaubt, daß es die letzte sei) unter geringen Leuten eine Sucht, in der die Patienten, wenn sie daran krank liegen, und so viel zusammen geraspelt und erschachert haben, daß sie neben ein paar Hellern im Beutel ein närrisches Kleid auf die neue Mode mit tausenderlei seidenen Bändern antragen können, oder sonst etwa durch Glücksfall mannhaft und bekannt worden, gleich rittermäßige Herren und adelige Personen von uraltem Geschlecht sein wollen; da sich doch oft befindet, daß ihre Voreltern Taglöhner, Karchelzieher und Lastträger; ihre Vettern Eseltreiber; ihre Brüder Büttel und Schergen; ihre Schwestern Huren; ihre Mütter Kupplerinnen oder gar Hexen; und in Summa ihr ganzes Geschlecht von allen 32 Anichen her also besudelt und befleckt gewesen, als des Zuckerbastels Zunft zu Prag immer sein mögen; ja sie, diese neuen Nobilisten, sind oft selbst so schwarz, als wenn sie in Guinea geboren und erzogen wären worden.

Als je wilt weten wat er op de titelpagina van de Simplicissimus staat   klik hier.

 

Het kerklied: Paul Gerhardt en Johann Sebastian Bach

Met Paul Gerhardt (1607 – 1676) bereikt het protestantse kerklied zijn hoogtepunt. Veel van zijn gedichten werden later door Johann Sebastian Bach (1685 – 1750) van muziek voorzien en worden ook nu nog in de protestantse kerk gezongen.

 

 Meer informatie over Johann Sebastian Bach vind je op deze pagina. Klik op de foto van Bach.

 

Johann Sebastian Bach als playmobilfiguur.

Paul Gerhardt

Paul Gerhardt: Die güldne Sonne

Beluister het hier:

 

BWV (= Bach-Werke-Verzeichnis) 451, Die güldne Sonne (1666) op tekst van Paul Gerhardt. (Johann Sebastian Bach: Musicalisches Gesang-Buch, Leipzig 1736, Schemelli.)

Die güldne Sonne
voll Freud und Wonne
bringt unsern Grenzen
mit ihrem Glänzen
ein herzerquickendes, liebliches Licht.
Mein Haupt und Glieder,
die lagen darnieder;
aber nun steh ich,
bin munter und fröhlich
schaue den Himmel mit meinem Gesicht.
(…)

 

Angelus Silesius

Angelus Silesius, tekening uit 1892
Angelus Silesius, tekening uit 1892

Angelus Silesius (1624-1677) is het Latijnse pseudoniem (v ert.:bode/engel uit Silezië) van de vrome katholiek Johannes Scheffler. Zoals zijn naam al verraadt, kwam hij net als Andreas Gryphius uit Silezië. Hij is geboren en gestorven in Breslau, het tegenwoordige Wroclaw (in Polen). Net als veel van zijn tijdgenoten studeerde hij aan vele universiteiten in Europa, onder andere in Leiden. Zijn hoofdwerk is de Geistreiche Sinn- und Schlussreime uit 1657 die hij later nog uitbreidde en in 1675 onder de titel Cherubinischer Wandersmann uitgaf.

Silesius heeft daarin allerlei geestelijke epigrammen( korte puntdichten) over geloof en leven verzameld. Net als van Paul Gerhardt worden enkele geestelijke liederen van de mysticus Silesius ook tegenwoordig nog in de kerk gezongen.

 

Angelus Silesius, Zufall und Wesen

Een beroemd citaat van Silesius:

Mensch, werde wesentlich; denn wann die Welt vergeht,
So fällt der Zufall weg, das Wesen, das besteht.

(Uit: Cherubinischer Wandersmann)

 

Angelus Silesius, Jesu komm zu mir 

Beluister hier de melodie van dit kerklied:

 

muziek-jesu-komm-zu-mirJesu, Jesu, komm zu mir.
O wie sehn´ ich mich nach dir!
Meiner Seele bester Freund,
wann werde ich mit dir vereint?
O du allerhöchstes Gut!
Herr, du gibst dein Fleisch und Blut
mir zur Speise und zum Trank;
dir sei ewig Preis und Dank!

 

 

 

Volgende periode:

Na de Barok komt de periode van de Verlichting