4. Renaissance, humanisme, reformatie (1500 – 1600)

 

04-renaissance-humanisme-reformatie

In het Duits: Renaissance, Humanismus und Reformation

 

 

Renaissance – historische achtergrond

copernicus-warschau
Copernicus – standbeeld in Warschau

 

Rond 1500 begint in heel Europa een nieuwe tijd. Een aantal uitvindingen en ontwikkelingen hebben grote invloed:

  • de uitvinding van de boekdrukkunst door Johannes Gutenberg (rond 1450)
  • de ontdekking van Amerika door Columbus (1492)
  • de ontdekking door Copernicus (1473 – 1543) en het bewijs van Galilei dat de aarde om de zon draait (heliocentrisch wereldbeeld) en niet omgekeerd (ptolemeïsch wereldbeeld).
  • het denken over de mens: De mens zelf plaatst zich meer en meer in het middelpunt. Niet langer het leven na de dood, het hiernamaals, das Jenseits, is belangrijk, maar juist het leven op aarde, das Diesseits. Het Memento mori (Gedenk te sterven) van de Middeleeuwen maakte plaats voor Carpe diem (Pluk de dag).

De Klassieke oudheid wordt herontdekt. Dit is niet verwonderlijk want ook in de klassieke oudheid, bij de oude Grieken en Romeinen, stond de mens centraal. Deze herontdekking begint zo omstreeks 1300 in Italië en wordt Renaissance (letterlijk: wedergeboorte, Wiedergeburt) genoemd.

 

Renaissance in de schilderkunst: Albrecht Dürer

Albrecht Dürer - zelfportret. Let ook op het uitzicht door het raam: het landschap is in perspectief geschilderd.
Albrecht Dürer – zelfportret. Let ook op het uitzicht door het raam: het landschap is in perspectief geschilderd.

In de Renaissance veranderde ook de schilderkunst. In plaats van de gebruikelijke tweedimensionale afbeeldingen in de middeleeuwen, ontdekt men het perpectief. Daarnaast wordt de schilder als kunstenaar belangrijk: hij gaat zijn stukken signeren en in plaats van anderen te schilderen, portretteert hij zichzelf nu ook vaker. De mens wordt steeds vaker als individu afgebeeld.

De bekendste renaissanceschilder en graveur ten noorden van de Alpen was Albrecht Dürer (1471-1528). Vooral zijn grafisch werk – gravures en houtsnedes – is het bekendst. Met houtsnedes werden destijds illustraties in boeken gemaakt.

Onder de indruk van een reis naar Italië schilderde hij in 1498 de 15-delige Apocalyps. Uit datzelfde jaar stamt zijn hier afgebeelde zelfportret.

 

Humanisme

De wetenschappelijke stroming die zich bezighoudt met de wereld van de oude Grieken en Romeinen, met hun literatuur en filosofie, wordt Humanisme genoemd. De grootste vertegenwoordigers van het Humanisme waren de Nederlander Erasmus van Rotterdam en de Engelsman Thomas More. More schreef het beroemde boek Utopia (1516), dat over een ideale samenleving gaat, gebaseerd op religieuze verdraagzaamheid.

Erasmus, portret door Hans Holbein der Jüngere, 1523
Erasmus, portret door Hans Holbein der Jüngere, 1523

Desiderius Erasmus werd in 1469 in Rotterdam geboren en stierf in 1536 in Bazel in Zwitserland. Hij was een zoon van een pastoor uit de omgeving van Gouda. Zijn bekendste geschriften waren Lof der Zotheid (Latijn: Stultitiae Laus) en de Verhandeling over de vrije wil (Latijn: Diatribe de libero arbitrio). Erasmus schreef in het Latijn. Het Latijn in de tijd van de Renaissance was onder invloed van de bestudering van de Klassieke oudheid beter, maar ook moeilijker geworden.

Met deze geschriften werd hij één van de belangrijkste grondleggers van de visie dat de mens en het leven op aarde even belangrijk zijn als het goddelijke en het hiernamaals. Dit was in een tijd waarin de kerk tot dan toe voor de meeste mensen het geestelijk leven bepaalde een compleet nieuwe kijk op het bestaan. Het theocentrisch wereldbeeld (god = theos), verandert langzaam in een anthropocentrisch wereldbeeld (anthropos = mens).

 

 

De wiskundige en astronoom Johannes Kepler (1571 –  1630) bouwde voort op de ideeën van Copernicus en Galilei. In de uitzending ‘Ein neuer Blick auf die Welt’ wordt uitgelegd wat zijn betekenis is voor de wetenschap en het ontstaan van het nieuwe wereldbeeld.

 

Reformatie

Op politiek en sociaal terrein hadden er grote veranderingen in Europa plaats gevonden. In de kerk was er echter weinig veranderd. Zij bezat volgens eigen opvatting als enige de sleutel tot de weg naar verlossing. De biecht bijvoorbeeld, het doen van goede werken, het uitreiken van de hostie, het kopen van aflaten waren middelen die de gelovige op deze weg hielpen en waar de kerk als enige zeggenschap over had. In de zestiende eeuw wilden sommige christenen het geloof dichter bij de mensen brengen en de religie intenser laten beleven. Dit vereiste een hervorming – of reformatie – van de kerk. Deze hervormers, reformatoren, vonden het belangrijk om de leer van Christus zo goed mogelijk aan zoveel mogelijk mensen te onderwijzen. Martin Luther was een belangrijke hervormer. Hij beschreef zijn opvattingen over het ware christendom in zijn werk Von der Freiheit eines Christenmenschen (Over de vrijheid van een christen).

 

Luther als Augustijner monnik. Portret door Lucas Cranach de oudere.

31 oktober 1517 beschouwt men als het begin van de reformatie. Toen sloeg de monnik Martin Luther (1484 – 1546) zijn 95 stellingen met zijn kritiek op de rooms-katholieke kerk op de deur van de slotkapel te Wittenberg. Martin Luther uitte scherpe kritiek op de leer van de kerk. Zijn vraag ‘Hoe krijg ik een genadige God?’ beantwoordde hij in de ogen van de clerus (= de geestelijkheid) op revolutionaire wijze. Luther stelde voor de beantwoording van die vraag niet de leer of de traditie van de kerk centraal. Doorslaggevend voor het verwerven van zaligheid is het geloof van de enkeling. Niet op grond van verdienste of goede werken en dergelijke, maar puur uit genade wordt de mens gered van zijn zonde. Hierbij heeft niet de kerk, maar slechts de schrift – de Bijbel – het laatste woord. Daarom was het nodig dat het volk de Bijbel in de landstaal kon lezen, vond Luther.

Dit inzicht bestond al in de veertiende eeuw bij Geert Grote (1340 – 1384) uit Deventer. Met zijn beweging de Moderne Devotie wilde hij het volk in de landstaal aanspreken. Ook dit was een poging om de religie dichter bij het volk te brengen. Geert Grote preekte slechts in de landstaal, Martin Luther echter vertaalde de gehele Bijbel in zijn landstaal, in het Duits.

 

De kern van de reformatie kun je met drie Latijnse termen samenvatten:

  • sola fide: door het geloof alleen.
  • sola gratia: alleen door genade.
  • sola scriptura: alleen door de schrift, alleen de schrift is norm.

 

De Wartburg waar Luther aan zijn bijbelvertaling werkte.

Vanwege zijn ideeën werd Luther door de paus in 1521 in de ban gedaan op de Rijksdag te Worms. Een rijksdag was een vergadering van alle belangrijke vorsten in het Duitse Rijk. Luther werd door de kerk geëxcommuniceerd en door de staat vogelvrij verklaard. Daarna wordt hij door vrienden en vorsten die op zijn hand waren, in een spannende tocht in het geheim naar een burcht, de Wartburg bij Eisenach, ‘ontvoerd’.

Daar wijdt hij zich aan de vertaling van het Oude en Nieuwe Testament uit de grondtalen (het Hebreeuws en Grieks) in het Duits. Iedereen moest volgens de principes van de reformatie de bijbel tot zijn beschikking hebben in zijn eigen taal. In de Middeleeuwen was het gangbaar dat in de kerk uit de Bijbel werd voorgelezen in het Latijn. De meeste kerkgangers verstonden geen Latijn meer en begrepen niet wat er gezegd werd. De sleutel tot de juiste interpretatie van de Bijbel lag dus nog volledig bij de geestelijken. Ook het zingen van kerkliederen in het Latijn was nog een zaak van de priester, aangezien hij alleen de Latijnse teksten kon lezen. Maar sinds Luther ging dit radicaal veranderen. Voor de interpretatie van de Bijbel was de gelovige niet meer afhankelijk van de geestelijkheid.

 

 

Luthers bijbelvertaling van het Oude en Nieuwe Testament was in 1545 gereed.

Luthers 95 stellingen

 

Voor de verdere ontwikkeling van het Duits als algemene taal in het Duitse rijk is de bijbelvertaling van Luther van zeer grote betekenis geweest. Door de uitvinding van de boekdrukkunst kon de Lutherbijbel zich snel verspreiden en grote invloed in Europa gaan uitoefenen. Iedereen kon de teksten nu zelf lezen en begrijpen en er zijn eigen oordeel over vormen. Voor het drukken van een groot aantal boeken had Luther nog maar een klein aantal uitgevers nodig. Hij was niet meer afhankelijk van de handmatige vertaling door grotere aantallen geestelijken, die hiertoe – onder meer vanwege zijn excommunicatie – vaak niet meer bereid waren.

De Rooms-Katholieke Kerk probeerde de massale verspreiding van Luthers vertaling tegen te gaan, omdat zij zeggenschap over de interpretatie van Bijbel wilde behouden. Hierachter zat een strijd om de geestelijke en wereldlijke macht. Een voorbeeld hiervan was de handel in aflaten. Met een aflaat, die je gewoon kon kopen, zou je meer kans hebben op vergeving van zonden. Zo zou je de verlossing van zonden sneller bereiken en in de hemel kunnen komen. Met de inkomsten uit deze aflaten werd de bouw van de Sint-Pieter in Rome gefinancierd.

Volgens Luther gaat de Bijbel in tegen deze praktijk van het afkopen van schuld door middel van aflaten. Bij Luther draait alles bij vergeving om genade door God, er valt niets ‘af te kopen’. Er ontstond een strijd tussen de aanhangers van de Reformatie (de Protestanten) en de aanhangers van de traditionele Rooms-Katholieke leer.

 

 

Wer war Martin Luther?

 

 

Tekstvoorbeeld: Ein feste Burg ist unser Gott

Luther schreef tevens vele strijdschriften, fabels en kerkliederen. Een van de bekendste is Psalm 46, Ein feste Burg ist unser Gott. In deze psalm vergelijkt Luther God met een vaste (veilige) burcht, terwijl de duivel de oude, boze vijand is. Hoewel de duivel veel macht heeft, is het God die de mensen bijstaat. Hier kun je de eerste strofe beluisteren:

 

Ein feste Burg ist unser Gott

1) Ein feste Burg ist unser Gott,
ein gute Wehr und Waffen.
Er hilft uns frei aus aller Not,
die uns jetzt hat betroffen.
Der alt böse Feind,
mit Ernst er’s jetzt meint;
groß Macht und viel List
sein grausam Rüstung ist,
auf Erd ist nicht seinsgleichen.

2) Mit unsrer Macht ist nichts getan,
wir sind gar bald verloren;
es streit für uns der rechte Mann,
den Gott hat selbst erkoren.
Fragst du, wer der ist?
Er heißt Jesus Christ,
der Herr Zebaoth,
und ist kein andrer Gott;
das Feld muß er behalten.

 

3) Und wenn die Welt voll Teufel wär
und wollt uns gar verschlingen,
so fürchten wir uns nicht so sehr,
es soll uns doch gelingen.
Der Fürst dieser Welt,
wie saur er sich stellt,
tut er uns doch nichts;
das macht, er ist gericht:
ein Wörtlein kann ihn fällen.

4) Das Wort sie sollen lassen stahn
und kein Dank dazu haben;
er ist bei uns wohl auf dem Plan
mit seinem Geist und Gaben.
Nehmen sie den Leib,
Gut, Ehr, Kind und Weib:
lass fahren dahin,
sie haben’s kein Gewinn,
das Reich muss uns doch bleiben.

 

Meer informatie over de Lutherbijbel en het Duits vind je hier. Zie ook de Special Taalgeschiedenis van het Duits.

 


Volgende periode

Na de periode van de Renaissance, humanisme en reformatie volgt de periode van de Barok

 

05-barok