Johann Sebastian Bach

 

 

 

Portret van Bach door E. G. Haussmann, 1746.

Bach voor de Thomaskirche in Leipzig

Johann Sebastian Bach 

Johann Sebastian Bach werd op 21 maart 1685 in het dorp Eisenach, waar ook de Wartburg staat, geboren. Bach wordt als een van de grootste en invloedrijkste componisten uit de muziekgeschiedenis beschouwd. Mendelssohn, Beethoven en Wagner behoorden tot zijn bewonderaars. Ook in onze tijd vindt Bach navolgers, niet alleen in de klassieke muziek, maar ook bij rock-musici als Jan Rot (1957 – 2022).

Bach kwam uit een muzikale familie met wortels in Thüringen. Met name in de steden Erfurt en de daar in de buurt liggende steden Gotha, Arnstadt en Weimar kom je sporen van de familie Bach tegen. Vrijwel het gehele nageslacht van overgrootvader Johann Bach was musicus. Wat betreft zijn opvoeding en achtergrond was het niet vreemd dat Johann Sebastian ook musicus werd.

Bach kreeg een protestantse en muzikale opvoeding. Vroeg in zijn leven kreeg hij te maken met grote tegenslagen als ziekte en dood. Toen Bach negen jaar was moest hij Eisenach verlaten. Zijn beide ouders waren gestorven en hij werd door zijn oudste broer, Johann Christoph Bach, in het nabijgelegen Ohrdruf opgevoed. Zijn interesse voor muziek begint vanaf deze tijd. Hij leert goed orgelspelen en wordt specialist op dit gebied, maar hij bespeelt ook verschillende andere instrumenten. In deze tijd begint hij met componeren. Zijn stukken tekende hij vaak met SDG, Soli Deo Gloria, Alleen aan God de eer.

 

 

 

 

Bach gaat op vijftienjarige leeftijd naar de muziekschool in Lüneburg, waar hij wordt opgenomen in het hoog in aanzien staande koor van het Michaelisklooster. Na zijn examen krijgt hij zijn eerste baan als organist in Arnstadt, bij Erfurt. Over Bach gaat het verhaal dat hij vakantie van enkele weken nam om in Lüneburg de grote organist Buxtehude (1637 – 1707) te kunnen horen. Maar hij bleef veel langer weg, hetgeen hem op slechte verhoudingen met zijn werkgevers kwam te staan. Ook als hij ouder wordt, zijn er wel discussies over zijn salaris, dat hij altijd veel te laag vond. Hij beriep zich daarbij op zijn kunde, zijn inzet en zijn verplichtingen. Bach had een grote familie die hij moest onderhouden. Een zelfbewuste houding was hem bij de onderhandelingen met zijn broodheren in elk geval niet vreemd.

In 1723 krijgt Bach een aanstelling als cantor en muzikaal directeur van de Thomasschule in Leipzig. Dat was het hoogste wat je als musicus in die tijd in Duitsland kon bereiken. Hier zou hij 27 jaar lang, tot zijn dood (1750), blijven werken. Pas honderd jaar na zijn dood wordt Bach echt beroemd dankzij de herontdekking van zijn werk door de componist Felix Mendelssohn (1809 – 1847).

Na het overlijden van zijn eerste vrouw trouwt Bach met Anna Magdalena Wilcke. Van de twintig kinderen uit beide huwelijken zijn er maar vijf zonen en vier dochters in leven gebleven. Dit hoge sterftecijfer was voor die tijd echter niet ongewoon. Deze persoonlijke ervaringen, maar ook zijn protestantse opvoeding in de geest van de reformator Luther (1483 – 1546) zijn van invloed geweest op het karakter van zijn musicale composities. Het besef van vergankelijkheid en een geloof in een leven na de dood waren kenmerkend voor de tijd van de Barok, waarin het aardse streven als ‘ijdel’, als vanitas werd beschouwd.

In Eisenach is een prachtig museum in het geboortehuis van Bach.

Zomerresidentie van Friedrich II. Van deze vorst ontving Bach opdrachten.

Bach heeft een revolutie veroorzaakt in de muziek van zijn tijd. Met bijna wiskundige precisie en volgens logische opbouw heeft hij fantastische harmonieën gecomponeerd die voor zijn tijd vaak lichtzinnig en speels waren. De opdracht die Bach van Frederik de Grote kreeg bijvoorbeeld, heeft hij uitgewerkt tot zijn meesterwerk Das Musikalische Opfer. 

Veel muziek van Bach is direct geschreven voor gebruik in de kerk en voor de christelijke feestdagen. Beroemd zijn de Johannes-Passion, het Weihnachtsoratorium en de muzikale navertelling (oratorium) van het Mattheusevangelie, de Matthäus-Passion dat bestemd was voor de Goede Vrijdag voor Pasen.

Bach schreef veel cantates, tenminste 300, waarvan er slechts 100 bewaard zijn gebleven. Dit zijn kleinere muziekstukken, met wereldse, niet kerkelijke thema’s, geschreven voor zangers en instrumenten die ongeveer een half uur duren. Bekend in dit genre is de Kaffeekantate BWV 211: Schweigt stille, plaudert nicht.

Veel van de werken van Bach kun je vinden op de site van de Nederlandse Bachvereniging (link onder foto):

Video-concert : Bach in Erve Kraesgenberg | Hallo Losser

 

Hedendaagse wiskundigen erkennen de genialiteit van Bachs werk.

De grote kerk van Naarden waar jaarlijks de Matthäus-Passion wordt uitgevoerd.

De rockzanger Jan Rot heeft Bachs Matthäus-Passion naar een moderne Nederlandse tekst omgezet. De meeste Bach-liefhebbers konden zijn poging wel waarderen.

Je kunt hier zelf een oordeel vormen aan de hand van het koraal O Haupt voll Blut und Wunden.

Bekijk hier een fragment uit het NOS journaal over deze uitvoering.

Jan Rot
Bach; Origineel: Jan Rot: 
O Haupt voll Blut und Wunden, O hoofd vol bloed en wonden,
Voll Schmerz und voller Hohn, vervloekte doornenkroon.
O Haupt, zum Spott gebunden Nu komt je grootste wonder,
Mit einer Dornenkron’, het pijnhout als icoon.
O Haupt, sonst schön gezieret Straks hang je aan drie wonden,
Mit höchster Ehr’ und Zier, de spieren scherp verzuurd.
Jetzt aber höchst schimpfieret Je sterft elke seconde,
Gegrüßet sei’st du mir! terwijl het dagen duurt.
Du edles Angesichte, De kramp stokt ademhalen,
Davor sonst schrickt und scheut wie steun zoekt krijgt een schok.
Das große Weltgewichte, Je hart verhit, gaat malen,
Wie bist du so bespeit! wie uitdroogt, raakt in shock.
Wie bist du so erbleichet! Vanavond wordt het Pasen,
Wer hat dein Augenlicht, dus Jezus heeft geluk?
Dem sonst kein Licht nicht gleichet, Ze slaan, wie dan nog asemt,
So schändlich zugericht’t? als hulp de botten stuk.