In het Duits: Spätes Mittelalter
Historische achtergrond
Aan het einde van de middeleeuwen verliest het ridderdom aan betekenis en wordt de burgerij in de steden steeds belangrijker. De steden groeien en vormen binnen het Duitse rijk een steeds grotere machtsfactor. Vooral zogenaamde Freie Reichsstädte zoals Regensburg, Neurenberg, Keulen, Augsburg, Straatsburg en Bazel worden aan het eind van de middeleeuwen belangrijke economische centra.
Deze steden zijn binnen het Duitse rijk – das Heilige Römische Reich deutscher Nation (911 – 1806) – direct onder de keizer gesteld. Ze zijn geen verantwoording schuldig aan zogenaamde Landesfürsten, ze hoeven geen troepen te leveren aan het rijk en genieten bijzondere economische voordelen. Daarnaast verwerven ze een soort kiesrecht, want ook zij – naast de vorsten en aartsbisschoppen – kunnen meebepalen wie de Duitse keizer wordt als er een nieuwe moest worden gekozen. Deze vorsten kregen de titel Kurfürst (in het Nederlands keurvorst van keur, afgeleid van kiezen, namelijk het kiezen van de koning en de keizer).
Hanse
Een andere belangrijke plaats binnen het Duitse rijk nemen steden als Bremen, Hamburg, Lübeck, Rostock en Wismar in. Zij maken deel uit van de Hanse, een handelsverbond van steden rondom de Oost- en de Noordzee. Ook Nederlandse steden als Zwolle, Kampen, Deventer en Zutphen zijn lid van de Hanse. Al deze steden komen aan het eind van de middeleeuwen tot grote bloei die niet alleen economisch van aard is. Ook op politiek en cultureel vlak gaan deze steden een vooraanstaande rol spelen. Het woord Hanse vind je nu nog terug in het woord Lufthansa, een grote vliegmaatschappij. De oorsprong van dit woord is eigenlijk niet duidelijk. Misschien gaat het terug op woorden die iets betekenen als ‘gemeenschap’, ‘groep’.
Door de groei van de handel werden de rijkere burgers invloedrijker. Omdat zij konden lezen en schrijven konden ze kennis nemen van de eerste gedichten en verhalen die dankzij de boekdrukkunst verschenen.
Volksboeken
De voorliefde voor realistische vertellingen neemt toe. Deze vaak rauwe realistische voorstellingen vindt men voornamelijk in de zogenaamde volksboeken.
Volksboeken zijn riddervertellingen in populaire vorm en volksverhalen over bijvoorbeeld Till Eulenspiegel en Doctor Faustus. De taal waarin geschreven werd, heet het Frühneuhochdeutsch. (Meer daarover lees je in de Special Geschiedenis van de Duitse taal.)
Door de uitvinding van de boekdrukkunst door Johannes Gutenberg, rond het jaar 1450, werden deze boeken ook gedrukt en konden zo sneller dan ooit verspreid worden.
Het belang van deze uitvinding zou je kunnen vergelijken met de uitvinding van het internet. Maar voorlopig kon het grootste deel van de bevolking op dat moment nog niet lezen of schrijven.
Meer informatie over Johannes Gutenberg.
Tekstvoorbeeld: Till Eulenspiegel
Till Eulenspiegel, in de Nederlandse literatuur bekend als Tijl Uilenspiegel, is een nar die met zijn streken de mensen een spiegel voorhoudt en hun vermeende wijsheid onderuithaalt. In het volgende verhaal doet hij dat door de betekenis van een woord letterlijk te nemen.
Die 58. Historie sagt, wie Eulenspiegel in Erfurt einen Metzger um einen Braten betrog. Eulenspiegel konnte seine Schalkheit nicht lassen, als er nach Erfurt kam, wo er bald mit Bürgern und Studenten bekannt wurde. Einmal ging er zu den Fleischbänken, wo das Fleisch feilgeboten wurde. Da sprach ein Metzger ihn an, ob er nicht etwas kaufen wolle, das er mit sich nach Hause trüge. Eulenspiegel sagte zu ihm: “Was soll ich mit mir nehmen?” Der Metzger sprach: “Einen Braten.” Eulenspiegel sagte ja, nahm einen Braten bei einem Ende und ging damit davon. Der Metzger lief ihm nach und sprach zu ihm: “Nein, nicht so! Du mußt den Braten bezahlen!” Eulenspiegel sprach: “Von einer Bezahlung habt Ihr mir nichts gesagt, sondern Ihr sagtet, ob ich nicht etwas mit mir nehmen wolle.” Der Metzger habe auf den Braten gewiesen, damit er den mit sich nach Hause nehmen solle. Das wolle er mit des Metzgers Nachbarn beweisen, die dabeistanden. Die andern Metzger kamen dazu und sagten aus Haß, daß es wahr sei. Denn die andern waren dem Metzger feindlich gesonnen. Wenn jemand nämlich zu ihnen kam und etwas kaufen wollte, rief er die Leute zu sich und zog sie damit von ihnen ab. Darum stimmten sie zu, daß Eulenspiegel den Braten behielte. Während der Metzger also zankte, nahm Eulenspiegel den Braten unter den Rock, ging damit hinweg und ließ sie sich darüber einigen, so gut sie konnten. |
Meer streken van Till Eulenspiegel kun je beluisteren bij www.vorleser.net
|
Tekstvoorbeeld: Doctor Faustus
Faust is een tovenaar en beoefenaar van de zwarte magie over wie in Volksbücher de wonderlijkste verhalen worden verteld. Zijn figuur staat voor de mens die alles wil ontdekken en begrijpen. Hij schuwt het niet om daarvoor gebruik te maken van de hulp van de duivel. Het personage Faust gaat terug op een werkelijk bestaand persoon, over wie veel onduidelijkheid bestaat. Hij heeft waarschijnlijk geleefd rond 1500 en bezocht veel steden, waar hij als filosoof, waarzegger, genezer en alchemist – wij zouden nu zeggen: scheikundige – optrad. De verhalen over zijn magische daden en zijn verbond met de duivel gingen al tijdens zijn leven rond. Het volksboek Historia von D. Johann Fausten verscheen in 1587. In het begin van het boek wordt hij voorgesteld aan de lezer en wordt er iets over zijn afkomst en opleiding verteld:
Beluister of download hier het fragment.
Doctor Faustus ist eines Bawren Sohn gewesen zu Rod bey Weimar vrburdig Der zu Wittemberg ein grosse Freundtschafft gehabt Dieweil seine Eltern Gottselige vnnd Cristliche Leuth gewesen ja sein Vetter Der zu Wittemberg seshafft ein Burger wol vermugens gewest jn Den Doctor Faustum auferzogen vnnd gehalten wie ain kindt Dann Er ohne Erben ward Nam Er disen Faustum zu ainem kindt vnnd Erben auf Ließ jn jnn die Schuel geen Theologiam zu studiern Er ist aber von sollichem Gottseligen Furnemen abgedretten Gottes wort misbraucht |
Lees hier meer over Doctor Faustus. |
Volksliederen
Volksliederen hebben vaak liefde of bepaalde gewoonten en gebruiken als thema. De schrijvers van de liederen zijn meestal onbekend. De liederen hebben een lange traditie en gaan door tot in onze tijd met moderne popsongs.
Tekstvoorbeeld: Das Mühlrad
Beluister hier het volkslied Das Mühlrad, het molenrad. De schrijver ervan is onbekend.
Das Mühlrad
hoch auf jenem Berge Die Müle ist zerbrochen, |
Volksballades
Een ballade is een verhalend gedicht met een dramatische wending. In volksballades komen historische en fabelachtige verhalen aan de orde. De melodie en de tekst werden vaak van generatie op generatie mondeling overgedragen. De schrijver is vaak onbekend. Dit geldt ook voor Es waren zwei Königskinder. Deze ballade is één van de bekendste in liedvorm in Duitsland. Hieronder vind je een fragment.
Tekstvoorbeeld: Es waren zwei Königskinder
Hier kun je een voordracht van het gedicht beluisteren:
Es waren zwei Königskinder
Es waren zwei Königskinder, “Ach, Liebster, kannst du nicht schwimmen, Das hört eine falsche Nonne, |
Ein Fischer wohl fischte lange, Sie nahm ihn in ihre Arme De volledige tekst staat hier. |
Meistersinger
Een bijzondere vorm van poëzie in de late middeleeuwen is de zogenaamde ‘Meesterzang’, in het Duits Meistersang. Wat de vorm betreft is het een voorzetting van de hoofse minnezang al speelt de liefde een ondergeschikte rol. Veeleer is er bij het Meistergesang sprake van didactische lyriek wat betekent dat men er een boodschap in verwerkte: de mensen moesten er wat van opsteken. Het waren handwerkslieden die in Meistersingschulen, (meesterzangscholen) deze vorm van ‘onderwijzende poëzie’ schreven. Regelmatig namen zij deel aan wedstrijden, waarin de liederen zo foutloos mogelijk en volgens de regels voorgedragen moeten worden.
De beroemdste vertegenwoordiger van het Meistersang was de schoenmaker Hans Sachs uit Nürnberg, die bovendien bekend werd door zijn kluchtige Fastnachtspiele, ontstaan uit de carnavalsoptochten. Deze Fastnachtspiele waren de voorloper van het wereldlijke drama. De componist Richard Wagner (1813 – 1883) nam de Meistersinger tot onderwerp van zijn muziekdrama Die Meistersinger von Nürnberg (1867). Hier kun je een indruk krijgen van hoe Wagner met deze stof omgaat in zijn opera’s:
Tekstvoorbeeld: Hans Sachs: Ein Tischzucht
Lees hier een voorbeeld van didactische lyriek van Hans Sachs. Het gaat over goede tafelmanieren en geeft een beeld van hoe veel mensen in de middeleeuwen gewoon waren te eten. De Meistersang moet aan een bepaald metrum voldoen en bestaat uit een ‘Aufgesang’ (opening) en een ‘Abgesang’ (afsluiting).
Ein Tischzucht
Hör, Mensch! wenn du zu Tisch willt gahn, |
Geestelijk drama
Het geestelijk drama ontstond uit scènes van het kerst- en lijdensverhaal van Christus, dat in de kerk of op het kerkplein gespeeld werd. Dit ontwikkelde zich in de late middeleeuwen tot kerst- en passiespelen (Passionsspiele), een traditie die tot in onze tijd heeft standgehouden. De beroemdste passiespelen in Duitsland vinden om de tien jaar plaats in Oberammergau.
Volgende periode
Na de Late middeleeuwen volgt de periode van de Renaissance, humanisme, reformatie