Romantiek Novalis Hölderlin en Kleist

Een eindeloos dromen

 

Novalis – Een eindeloos dromen van de blauwe bloem

In de roman Heinrich von Ofterdingen krijgt de hoofdpersoon Heinrich, zoon van een eenvoudige handwerker uit Eisenach, een bijzondere en fantasierijke droom:

‘Der Jüngling verlor sich allmählich in süßen Phantasien und entschlummerte. Da träumte ihm erst von unabsehlichen Fernen, und wilden, unbekannten Gegenden. Er wanderte über Meere mit unbegreiflicher Leichtigkeit; wunderliche Tiere sah er; er lebte mit mannigfaltigen Menschen, bald im Kriege, in wildem Getümmel, in stillen Hütten…’ (in: Heinrich von Ofterdingen, Erwartung, Erfüllung, erster Teil, Die Erwartung, Erstes Kapitel.)

 

Novalis

Deze beroemde, rond 1800 geschreven roman van Novalis – pseudoniem voor Friedrich von Hardenberg (1772 – 1802) – speelt in de middeleeuwen. Heinrich heeft via een vreemdeling een sprookjesachtig verhaal over een geheimzinnige blauwe bloem gehoord. Dit verhaal laat hem niet meer los en is aanleiding voor fantastische dromen. De droom brengt een beslissende wending in zijn leven. Hij wil op weg om de blauwe bloem te zoeken. Heinrich maakt dan een lange reis waarop hij kennis maakt met wonderlijke werelden: ridders, het geheimzinnige Oosten en mythische geheimen van de natuur passeren de revue. Uiteindelijk ontmoet Heinrich het lieve meisje Mathilde. Haar gezicht meent hij in de blauwe bloem gezien te hebben.

 

Twee fragmenten uit Heinrich von Ofterdingen:

‘Was ihn aber mit voller Macht anzog, war eine hohe lichtblaue Blume, die […] ihn mit ihren breiten, glänzenden Blättern berührte. Rund um sie her standen unzählige Blumen von allen Farben, und der köstliche Geruch erfüllte die Luft. Er sah nichts als die blaue Blume, und betrachtete sie lange mit unnennbarer Zärtlichkeit. Endlich wollte er sich ihr nähern, als sie auf einmal sich zu bewegen und zu verändern anfing; die Blätter wurden glänzender und schmiegten sich an den wachsenden Stängel, die Blume neigte sich nach ihm zu, und die Blütenblätter zeigten einen blauen ausgebreiteten Kragen, in welchem ein zartes Gesicht schwebte. Sein süßes Staunen wuchs mit der sonderbaren Verwandlung, als ihn plötzlich die Stimme seiner Mutter weckte […]’

De eerste Nederlandse vertaling van Heinrich von Ofterdingen kreeg de titel ‘De blauwe bloem’.

‘Ist mir nicht zumute, wie in jenem Träume, beim Anblick der blauen Blume? Welcher sonderbare Zusammenhang ist zwischen Mathilden und dieser Blume? Jenes Gesicht, das aus dem Kelche sich mir entgegenneigte, es war Mathildens himmlisches Gesicht […] O! sie ist der sichtbare Geist des Gesanges […]. Sie wird mich in Musik auflösen. Sie wird meine innerste Seele, die Hüterin meines heiligen Feuers sein. Welche Ewigkeit von Treue fühle ich in mir! Ich ward nur geboren, um sie zu verehren, um ihr ewig zu dienen, um sie zu denken und zu empfinden. Gehört nicht ein eigenes ungeteiltes Dasein zu ihrer Anschauung und Anbetung? Und bin ich der Glückliche, dessen Wesen das Echo, der Spiegel des ihrigen sein darf? Es war kein Zufall, daß ich sie am Ende meiner Reise sah, daß ein seliges Fest den höchsten Augenblick meines Lebens umgab. Es konnte nicht anders sein; macht ihre Gegenwart nicht alles festlich?’

 

Novalis’ roman heeft alleen een eerste deel: Erwartung (Verwachting). Het tweede deel dat Erfüllung (Vervulling) zou gaan heten, is nooit meer geschreven. Wat Novalis daarin voor ogen stond, was de uiteindelijke ‘romantisering van de wereld’. Dat programma vatte hij nog eens samen in het volgende gedicht dat ook in de Heinrich von Ofterdingen te vinden is.

 

Wenn nicht mehr Zahlen und Figuren (1800)

Wenn nicht mehr Zahlen und Figuren
Sind Schlüssel aller Kreaturen
Wenn die, so singen oder küssen,
Mehr als die Tiefgelehrten wissen,

Wenn sich die Welt ins freie Leben
Und in die Welt wird zurück begeben,
Wenn dann sich wieder Licht und Schatten
Zu echter Klarheit werden gatten,

Und man in Märchen und Gedichten
Erkennt die wahren Weltgeschichten,
Dann fliegt vor Einem geheimen Wort
Das ganze verkehrte Wesen fort.

Het gedicht kun je hier beluisteren.

Konstantin Wecker zingt Novalis ‘Wenn nicht mehr Zahlen und Figuren’:


In feite leverde Novalis met zijn roman kritiek op Goethe’s Wilhelm Meisters Lehrjahre (1795, 1796) en daarmee op het hele programma uit de tijd van de Klassik. Wilhelm Meister eindigt in Goethes roman als een burgermannetje, dat zijn verantwoordelijkheden serieus neemt en niet vlucht voor zijn dagelijkse plicht. Maar dat was Goethes opvatting van ‘Bildung’ (opleiding, ontwikkeling). Hoe ver staan de romantici niet af van dit in hun ogen ouderwetse ideaal. Goethe had dat goed door. Na zijn Sturm und Drang-periode, dat wil zeggen na de tijd van de Werther, noemde hij de romantiek dan ook ‘ziek’:

‘Das Klassische nenne ich das Gesunde und das Romantische das Kranke’, zei Goethe.  (2.4.1829, Eckermann, Gespräche mit Goethe 1822-1832)

Ander beroemd gebleven werk van Novalis zijn de gedichten Hymnen an die Nacht en Geistliche Lieder. Na de dood van zijn geliefde Sophie von Kühn, met wie hij zich tegen de wil van zijn ouders verloofd had, wendde Novalis zich in zijn dichtwerk helemaal tot een spiritueel Christendom om dit zware verlies te kunnen dragen. Hij overleed zelf ook op jonge leeftijd.

 

Een interessante radiouitzending over Novalis vind je hier:

 

Hölderlin en Kleist: Nergens een plek

Het rusteloze zoeken van de romantici wordt treffend geïllustreerd door het tragische leven van twee grote dichters: Friedrich Hölderlin (1770 – 1843) en Heinrich von Kleist (1777 – 1811).

 

Friedrich Hölderlin

De Hölderlin-Turm in Tübingen waar de dichter vanaf 1807 gewoond heeft.

Hölderlin, geïnspireerd door de idealen van de Franse Revolutie, droomde van een nieuw harmonisch leven in de geest van het klassieke humanisme. Harmonie met zichzelf is echter wel het laatste wat Hölderlin in zijn leven gevonden heeft. Zijn leven eindigde in zwaarmoedigheid en geestelijke verwarring. De tweede helft van zijn leven bracht hij, als psychisch ziek beschouwd, in eenzaamheid door in het huis van een timmerman in Tübingen. Dit huis, de Hölderlinturm in Tübingen kun je bezoeken.

Eén van zijn beroemdste gedichten is Hälfte des Lebens. In dit gedicht wordt het sombere leven geschetst als de mens zijn jeugd achter zich heeft gelaten.

 

 

 

Friedrich Hölderlin

Hälfte des Lebens (1804)

Mit gelben Birnen hänget
Und voll mit wilden Rosen
Das Land in den See,
Ihr holden Schwäne,
Und trunken von Küssen
Tunkt ihr das Haupt
Ins heilignüchterne Wasser.

Weh mir, wo nehm ich, wenn
Es Winter ist, die Blumen, und wo
Den Sonnenschein,
Und Schatten der Erde ?
Die Mauern stehn
Sprachlos und kalt, im Winde
Klirren die Fahnen.

Het gedicht kun je hier beluisteren.

Meer informatie over Hölderlin vind je op de site van de Hölderlin Gesellschaft.

 

Heinrich von Kleist

 

Kleist in een kunstwerk uit 1939 van André Masson

‘…. die Wahrheit ist, dass mir auf Erde nicht zu helfen war’…. schreef Heinrich von Kleist in zijn afscheidsbrief. Na het lezen van de werken van de filosoof Immanuel Kant raakte Kleist in een diepe geestelijke crisis. Kant beweerde dat de werkelijkheid niet objectief kenbaar is en onder dat inzicht leed Kleist enorm.

Kleist leed ook sterk onder het feit dat hij met zijn werk bij tijdgenoten niet veel succes had. Een krant, die hij rond 1810 in Berlijn uitgaf, heeft maar kort bestaan en zijn stukken werden of niet opgevoerd of op zo’n manier dat ze geen succes werden. Zo regisseerde Goethe Kleists Der zerbrochene Krug zo slecht in Weimar, dat het totaal flopte. Dit alles verergerde zijn geestelijke crisis. Op 21 november 1811 pleegde hij – samen met Henriette Vogel – bij de kleine Wannsee zelfmoord. Van Kleist worden pas ver na zijn dood de novelle Michael Kohlhaas (1811) en de komedie Der zerbrochene Krug (1810) erg bekend en populair.

De moderne Oost-Duitse schrijfster Christa Wolf (1929 – 2011) noemt haar roman, waarin Kleist een belangrijke rol speelt: Kein Ort. Nirgends. Deze titel vat het romantische levensgevoel nog eens goed samen: lijden aan de wereld, oneindig verlangen zonder vervulling, nergens een plek. Dit levensgevoel is veel dichters uit de romantiek noodlottig geworden.

Beluister deze radiouitzending over Heinrich von Kleist:

 

Michael Kohlhaas

 

Michael Kohlhaas in de film van 2013

Michael Kohlhaas is een paardenhandelaar aan wie onrecht geschiedt. Om zijn gelijk te halen, verwordt Kohlhaas zelf tot een rover, plunderaar en brandstichter. Hoewel hij aan het eind van de novelle toch zijn gelijk krijgt wat zijn paarden betreft, wordt hij veroordeeld voor al zijn daden. Het verhaal was een protest tegen de veroveringen van Napoleon en een fanatieke strijd van een enkeling om recht te doen zegevieren. Maar hoe ver moet je daarin gaan als je er zelf bijna aan onderdoor gaat? Het boek wordt regelmatig verfilmd, voor het laatst in 2013. De Australische schrijver J. M. Coetzee nam dit werk tot uitgangspunt in zijn bekende roman The Life and Times of Michael K (1983).

 

Kleists proza behoort tot het mooiste dat in het Duits geschreven is. Lees hier begin van Michael Kohlhaas:

An den Ufern der Havel lebte, um die Mitte des sechzehnten Jahrhunderts, ein Roßhändler, namens Michael Kohlhaas, Sohn eines Schulmeisters, einer der rechtschaffensten zugleich und entsetzlichsten Menschen seiner Zeit.
Dieser außerordentliche Mann würde, bis in sein dreißigstes Jahr für das Muster eines guten Staatsbürgers haben gelten können.
Er besaß in einem Dorfe, das noch von ihm den Namen führt, einen Meierhof, auf welchem er sich durch sein Gewerbe ruhig ernährte; die Kinder, die ihm sein Weib schenkte, erzog er, in der Furcht Gottes, zur Arbeitsamkeit und Treue; nicht einer war unter seinen Nachbarn, der sich nicht seiner Wohltätigkeit, oder seiner Gerechtigkeit erfreut hätte; kurz, die Welt würde sein Andenken haben segnen müssen, wenn er in einer Tugend nicht ausgeschweift hätte. Das Rechtgefühl aber machte ihn zum Räuber und Mörder.

 

Meer informatie over Heinrich von Kleist vind je op de pagina van Br2-wissen.

De volledige werken van Kleist kun je ook online lezen.

 

 

Terug naar Romantiek: