poëtisch realisme – overige realisten

 

Theodor Storm (1817  –  1888)

 

Am grauen Strand, am grauen Meer

Theodor Storm voor het literatuurmuseum in Heiligenstadt.

In de gedichten van Theodor Storm komt zijn liefde voor het Noord-Duitse landschap als bij geen ander tot uitdrukking. In een opvallend nuchtere en beschrijvende taal probeert hij innerlijke ervaring en natuur tot een harmonieus geheel te maken.

Het grijs van het landschap voert in zijn gedichten hierbij de boventoon. Dat is toch wel heel iets anders dan gedweep met idyllische en lieflijke landschappen, zoals je dat bij de romantici nog kon vinden.

 

Die Stadt

Noord-Duits landschap

Am grauen Strand, am grauen Meer
Und seitab liegt die Stadt;
Der Nebel drückt die Dächer schwer,
Und durch die Stille braust das Meer
Eintönig um die Stadt.

Es rauscht kein Wald, es schlägt im Mai
Kein Vogel ohne Unterlass;
Die Wandergans mit hartem Schrei
Nur fliegt in Herbstesnacht vorbei,
Am Strande weht das Gras.

Doch hängt mein ganzes Herz an dir,
Du graue Stadt am Meer;
Der Jugend Zauber für und für
Ruht lächelnd doch auf dir, auf dir,
Du graue Stadt am Meer.

Beluister dit gedicht.

Lutz Görner over Theodor Storm.

 

De stad Husum

Storm had alle reden voor deze wat ingehouden stijl. De Denen hadden in 1850 Schleswig-Holstein bezet. In 1852 schrijft Storm dit gedicht als hij in Husum woont. Kennelijk wil hij vasthouden aan wat hem dierbaar is, maar zienderogen verloren dreigt te gaan. Storm had rechten gestudeerd. Hij nam deel aan de democratische beweging van 1848 in Kiel, die zich verzette tegen overheersing door de Denen.

Vanaf 1853 vestigt hij zich meer of minder gedwongen door de vreemde overheersing liever in Pruisen (Potsdam). Pas in 1864 keert hij terug naar zijn vaderstad Husum, waar hij tot 1880 als jurist werkzaam is.

Heimweh en Heimat zijn belangrijke en steeds terugkerende thema’s bij Storm. Heel bekend is zijn lofzang op de waddenzee. In het gedicht Meeresstrand staat respect voor de natuur centraal. Het individu past bescheidenheid, de mens is uiteindelijk onderworpen aan de macht van de natuur, aan ‘die Stimmen, die über der Tiefe sind’.

 

Meeresstrand

Ans Haff nun fliegt die Möwe,
Und Dämmrung bricht herein;
Über die feuchten Watten
Spiegelt der Abendschein.

Graues Geflügel huschet
Neben dem Wasser her;
Wie Träume liegen die Inseln
Im Nebel auf dem Meer.

Ich höre des gärenden Schlammes
Geheimnisvollen Ton,
Einsames Vogelrufen –
So war es immer schon.

Noch einmal schauert leise
Und schweiget dann der Wind;
Vernehmlich werden die Stimmen,
Die über der Tiefe sind.

Beluister het gedicht hier  (door Lutz Görner).

Meer over Storm in deze uitzending van Lutz Görner.

 

Theodor Storm 1865
Radiouitzending over Theodor Storm: Leidenschaft und Realismus.

 

Melancholie

Een enigszins melancholische stemming kan de realisten vaak niet ontzegd worden. Het menselijk verlangen naar geluk loopt steeds weer stuk op de realiteit, zo kan men bij hen lezen. In deze tijd was het werk van de filosoof Arthur Schopenhauer (1788-1860) erg populair geworden. In zijn belangrijkste werk Die Welt als Wille und Vorstellung(1818/1819) verdedigt hij de stelling dat leven lijden is. De generatie schrijvers die teleurgesteld was in de mislukte revolutie van 1848, voelde zich tot Schopenhauers pessimistische filosofie zeer aangetrokken.

In 1881 schreef Storm: ‘De novelle is de meest zuivere en omvattende vorm van proza, een directe geestverwant van het drama; en het komt er voor de schrijver op aan, daarin het hoogste aan dichtkunst te verwezenlijken.’ (Vert. JK.)

 

Theodor Storm voelde zich in de eerste plaats dichter, maar hij is vooral ook bekend geworden door de vele mooie novellen die hij schreef. De bekendste en misschien ook mooiste zijn Immensee (1850) en Der Schimmelreiter (1888).

Immensee is een raamvertelling. Daarin denkt een oude man terug aan zijn jeugd. Door aarzelend en niet erg krachtdadig optreden heeft hij zijn jeugdliefde aan een vroegere vriend moeten afstaan. Storm weet een thema, waarvan er misschien dertien in een dozijn gaan, door een subtiel spel met symbolen en motieven (net als Fontane), in een meesterlijke vertelling weer te geven. Het is bepaald geen droge weerspiegeling van een werkelijkheid die we hier lezen, maar een fraaie weergave van een bekend thema, die ver boven het alledaagse uitgaat. Storms novellen zijn echte Dichtung. Met behulp van de veelzeggende symboliek van de onbereikbare witte waterlelie verplaatst Storm ons in een sprookjeswereld, die tegelijkertijd door en door realistisch is:

‘Die Wälder standen schweigend und warfen ihr Dunkel weit auf den See hinaus, während die Mitte desselben in schwüler Mondesdämmerung lag. Mitunter schauerte ein leises Säuseln durch die Bäume; aber es war kein Wind, es war nur das Atmen der Sommernacht. Reinhard ging immer am Ufer entlang. Einen Steinwurf vom Lande konnte er eine weiße Wasserlilie erkennen. Auf einmal wandelte ihn die Lust an, sie in der Nähe zu sehen; er warf seine Kleider ab und stieg ins Wasser. Es war flach, scharfe Pflanzen und Steine schnitten ihn an den Füßen, und er kam immer nicht in die zum Schwimmen nötige Tiefe.’ (Immensee, hoofdstuk 8.)

 

Der Schimmelreiter is een van de mooiste werken van Theodor Storm.

In de Schimmelreiter, Storms laatste novelle, vertelt hij het verhaal van de arme boerenzoon Hauke Haien, die zich op weet te werken tot dijkgraaf. Hij maakt zich sterk voor de ontwikkeling van een achtergebleven gebied. Hij pleit voor technische vooruitgang en een nieuwe manier van het bouwen van dijken. Daarmee joeg hij de conservatieve bevolking tegen zich in het harnas. Tijdens een stormvloed breekt de oude dijk door en komen Haien en zijn familie om het leven.

In de raamvertelling wordt de hoofdpersoon als held geëerd. De schoolmeester, die zijn leerlingen dit verhaal op heel spannende wijze weet te vertellen, prijst de inzet, de kennis en het geloof in de vooruitgang van de hoofdpersoon Hauke Haien.

Der Schimmelreiter is verschillende keren verfilmd.

 

 

 

Der Schimmelreiter kun je evenals alle andere werken van Storm in het Gutenberg-Projekt lezen.

Op de site van de Theodor Storm-Gesellschaft vind je meer over het werk van Storm.

Een discussie over der Schimmelreiter in de serie Klassiker der Schullektüre in het Literaturhaus Stuttgart kun je hier bekijken. (Voor liefhebbers.)

 

 

Adalbert Stifter (1805  –  1868)

Adalbert Stifter

 

 

 

 

 

 

Naast Storm moet ook Stifter als vertegenwoordiger van het Duitse poëtische realisme genoemd worden. Stifter komt uit Bohemen en is eigenlijk Oostenrijker. Niet ongewoon voor deze streek maakt hij in 1868 in Linz een eind aan zijn leven. Van jongs af aan interesseert hij zich voor natuurwetenschap, literatuur en schilderkunst.

Wasserfall im Hochgebirge, Adalbert Stifter

Om zijn werk te karakteriseren kun je het beste enkele van zijn schilderijen bekijken. Zijn ‘Wasserfall im Hochgebirge’ of  ‘Bauerngehöft am Bergsee’, laten zien dat hij diep onder de indruk is van de overweldigende kracht van de natuur. Dit vind je ook terug in het beroemde voorwoord bij zijn verhalen: Bunte Steine (1853). Daarin legt hij uit, dat de mens behalve aan de onveranderlijke wetten van de natuur, gelukkig ook aan andere onderwerpen is, waar hij wel invloed op kan uitoefenen: ‘de zachte wet, das sanfte Gesetz’. Hieronder verstaat hij dat de mensheid zich veel leed kan besparen door zich enige matiging op te leggen en door in familie- en vriendenkring medemenselijkheid en harmonie na te streven.

Van politiek en van de nieuwe industriële maatschappij verwacht Stifter maar weinig heil. Dan is het altijd nog beter om naar de natuur te kijken, waar ondanks het natuurgeweld, voldoende schoonheid als oriëntatiepunt te vinden is.

Het mooiste verhaal uit Bunte Steine is Bergkristall. Hierin vertelt hij over twee kinderen, die op Kerstavond op het ijs van een gletscher verdwalen, maar toch op wonderbaarlijke wijze gered worden.

Lees hier de volledige tekst van Bergkristall.

‘Alles war nun gut’, met deze woorden eindigt Stifters beroemde novelle Brigitta. Stephan Murai, de hoofdpersoon in dit verhaal, trouwt met de niet zo mooie, maar sterke vrouw Brigitta. Het huwelijk loopt spaak en Stephan verlaat zijn vrouw en zoon. Na jaren keert hij echter terug en vestigt zich in de directe omgeving van het landgoed van Brigitta. Door een zware ziekte van Brigitta komen zij weer nader tot elkaar, maar zij besluiten niet weer te trouwen en slechts bevriend te blijven. Pas als Stephan zijn zoon, die door wolven wordt aangevallen, gered heeft, verdwijnt de onderlinge afstand. Bij het ziekbed van de zoon vinden Stephan en Brigitta elkaar definitief en het verhaal eindigt met: ‘Alles war nun gut.’

Soms wordt Stifter als wereldvreemd en conservatief beschouwd, een typische ‘Biedermeier’. Het is waar dat hij zich, anders dan Fontane, in zijn werk vooral aan kunst en niet aan actuele politieke vraagstukken wijdt. Toch mag niemand die zich voor het Duitse realisme interesseert genoemde werken ongelezen laten. Stifter weet in zijn verhalen personages goed te karakteriseren en zijn beschrijvingen van de natuur zijn heel gedetailleerd en uniek.

De trailer van de film ‘Bergkristall’ uit 2014.

 

 

Friedrich Hebbel (1813 – 1863)

Gyges en zijn ring van Hebbel wordt regelmatig in nieuwe ensceneringen op het toneel gebracht.

‘Ich verstehe die Welt nicht mehr’

Dit beroemd geworden citaat stamt uit de tragedie Maria Magdalene (1844) van Friedrich Hebbel (1813 – 1863). Hebbel is de belangrijkste toneelschrijver uit de tijd van het poëtisch realisme.

Centraal in zijn stukken staat de mens in crisissituaties. Het gaat veelal om individuen die zich met de veranderingen in de maatschappij geen raad weten en niet weten waar ze zich op moeten richten. Tegelijkertijd hield Hebbel de kleinburgerlijke wereld een spiegel voor en poogde met zijn stukken de achterhaalde voorstellingen van eer en fatsoen aan de kaak te stellen. Voor pathos moet je bij Hebbel zijn. Hij was overigens één van de weinige realisten die zich aan theater gewaagd heeft.

Maria Magdalena in het Schauspielhaus Düsseldorf

In Maria Magdalene treft Klara, de dochter van meubelmaker Anton, een vergelijkbaar noodlot als dat van de bijbelse persoon Maria Magdalena. Klara is zwanger geraakt van haar verloofde Leonhard maar deze weigert Klara te trouwen omdat haar broer van diefstal wordt beschuldigd. In werkelijkheid is Leonard echter blij een reden te hebben gevonden om niet met Klara te hoeven trouwen, want Klara’s vader heeft zijn geld verloren in een faillissement van een vriend van hem.

Klara zoekt haar heil bij een andere man van wie ze echt houdt, maar deze wijst haar vanwege de zwangerschap af. Klara wil haar vader de schande van een buitenechtelijk kind besparen en pleegt zelfmoord. Ook al doet ze haar best om dit als een ongeluk te laten overkomen. Haar vader, die gevangen zit in zijn starre moraal, is bang voor de praatjes van de mensen. De dood van zijn dochter laat hem in volledige ontreddering achter: ‘hij begrijpt de wereld niet meer’.

Het toneelstuk Agnes Bernauer (1852) is gesitueerd in de vijftiende eeuw. De Beierse hertog Albrecht III treedt in het huwelijk met Agnes Bernauer, een meisje uit burgerlijke kringen in Augsburg. Door dit huwelijk verliest Albrecht zijn aanspraak op de Beierse troon. En omdat de troonsopvolging in gevaar komt, spreekt de vader van Albrecht, hertog Ernst, een doodvonnis over Agnes uit. Hij laat dit ook voltrekken door verdrinking in de Donau. Daarop ontstaat een burgeroorlog tussen vader en zoon, die beëindigd wordt als de zoon de schuld op zich neemt en de vader in ruil daarvoor afstand doet van de troon. De vader trekt zich terug in een klooster om boete te doen. Hij is tot deze stap bereid om zijn land niet verder in gevaar te brengen.

 

De spanning tussen de loop van de geschiedenis en de vrijheid van het individu, is waar het in dit stuk vooral om draait. De wil van de mens is weliswaar de motor van de geschiedenis, maar diezelfde geschiedenis verzet zich tegen verandering en vernietigt het individu. Of zoals Hebbel het in 1843 in zijn dagboek noteerde:

‘Es gibt nur eine Notwendigkeit, die, dass die Welt besteht; wie es den Individuen aber in der Welt ergeht, ist gleichgültig.’ (‘Er is maar één noodzaak, namelijk dat de wereld bestaat. Hoe het met het individu in de wereld is gesteld, doet er niet toe.’ Vertaling E.deV.)

 

Friedrich Hebbel

De in het Noord-Duitse Holstein geboren toneelschrijver leidde een leven in armoede en zijn rusteloze bestaan bracht hem in vele Europese steden. Hij stierf in 1863 in Wenen. Hij schreef in zijn relatief korte leven naast de reeds goemde werken nog een groot aantal andere toneelstukken, waaronder Gyges und sein Ring (1856), Die Nibelungen (1861) en Demetrius (posthuum, 1864).

Gyges und sein Ring is een bewerking van het mooie verhaal van de Griekse schrijver Herodotos over een ring die de drager onzichtbaar kan maken en over de schoonheid van de vrouw van de Griekse koning Kandaules.

Lees deze toneelstukken (het beste in rolverdeling) als ze tenminste niet opgevoerd worden in de buurt waar je woont en geniet van een avondje echte pathos. In het Gutenbergprojekt zijn alle teksten te vinden.

 

 

Gottfried Keller (1819 – 1890)

 

Tekening door de tienjarige Keller gemaakt. Keller wilde schilder worden.

De schrijvers uit de tijd van het realisme zijn vooral sterk in het vertellen van mooie en vaak heel spannende verhalen. Een goed voorbeeld hiervan is de uit Zwitserland afkomstige Gottfried Keller. Beroemd is zijn novelle Kleider machen Leute (1855). Als je het begin van dit verhaal leest, waan je je direct in een soort sprookjeswereld.

 

Kleider machen Leute

De beroemde acteur Heinz Rühmann in de verfilming van Kleider machen Leute.

‘An einem unfreundlichen Novembertage wanderte ein armes Schneiderlein auf der Landstraße nach Goldach, einer kleinen reichen Stadt, die nur wenige Stunden von Seldwyla entfernt ist. Der Schneider trug in seiner Tasche nichts als einen Fingerhut, welchen er, in Ermangelung irgendeiner Münze, unablässig zwischen den Fingern drehte, wenn er der Kälte wegen die Hände in die Hosen steckte, und die Finger schmerzten ihm ordentlich von diesem Drehen und Reiben. Denn er hatte wegen des Fallimentes irgendeines Seldwyler Schneidermeisters seinen Arbeitslohn mit der Arbeit zugleich verlieren und auswandern müssen. Er hatte noch nichts gefrühstückt als einige Schneeflocken, die ihm in den Mund geflogen, und er sah noch weniger ab, wo das geringste Mittagbrot herwachsen sollte. Das Fechten fiel ihm äußerst schwer, ja schien ihm gänzlich unmöglich, weil er über seinem schwarzen Sonntagskleide, welches sein einziges war, einen weiten dunkelgrauen Radmantel trug, mit schwarzem Sammet ausgeschlagen, der seinem Träger ein edles und romantisches Aussehen verlieh, zumal dessen lange schwarze Haare und Schnurrbärtchen sorgfältig gepflegt waren und er sich blasser, aber regelmäßiger Gesichtszüge erfreute.

Solcher Habitus war ihm zum Bedürfnis geworden, ohne daß er etwas Schlimmes oder Betrügerisches dabei im Schilde führte; vielmehr war er zufrieden, wenn man ihn nur gewähren und im stillen seine Arbeit verrichten ließ; aber lieber wäre er verhungert, als daß er sich von seinem Radmantel und von seiner polnischen Pelzmütze getrennt hätte, die er ebenfalls mit großem Anstand zu tragen wußte.’

Lees hier de volledige novelle Kleider machen Leute.

 

In Kleider machen Leute houdt men de arme kleermaker Wenzel Strapinski vanwege zijn mooie mantel voor een graaf. Eerst wil hij dit nog tegenspreken, maar al spoedig ervaart hij de voordelen van dit misverstand. Als hij verliefd wordt op het knappe en rijke meisje Nettchen blijft hij zich definitief voor graaf uitgeven. Maar als tijdens hun verloving een inwoner uit zijn dorp het bedrog van Wenzel ontdekt, verdwijnt Wenzel snel in het nabij gelegen bos. Daar denkt hij na over wat hij fout gedaan heeft. Hij komt tot de conclusie, dat hem eigenlijk geen schuld treft, maar eerder dat hem groot onrecht aangedaan is. Als hij zich langs de kant van de weg te slapen legt in de sneeuw, wordt hij toevallig door Nettchen ontdekt. Dan vertelt hij haar zijn hele geschiedenis.

 

‘Nach kurzem Schweigen, indem ihre Brust sich zu heben begann, stand Nettchen auf, ging um den Tisch herum dem Manne entgegen und fiel ihm um den Hals mit den Worten: „Ich will dich nicht verlassen! Du bist mein, und ich will mit dir gehen trotz aller Welt!“ So feierte sie erst jetzt ihre rechte Verlobung aus tief entschlossener Seele, indem sie in süßer Leidenschaft ein Schicksal auf sich nahm und Treue hielt.’

‘Na kort gezwegen te hebben en haar borst zich begon te verheffen, liep zij om de tafel heen en viel zij de man om de hals met de woorden: “Ik wil je niet verlaten! Je hoort bij mij en ik wil overal heen waar je ook gaat!” Zo huldigde ze pas echt en vol overtuiging haar verloving, doordat zij in zoete hartstocht voor haar lot tekende en het trouw bleef.’  Vert. J.K.

 

Bekijk hier de samenvatting van Kleider machen Leute.

 

 

Romeo und Julia auf dem Dorfe (1856)

Romeo und Julia

Keller heeft veel van zulke mooie novellen als Kleider machen Leute geschreven. Vaak spelen ze in het fictieve Zwitserse stadje Seldwyla. Ze zijn verzameld in de bundel Die Leute von Seldwyla (1856). Een bekend verhaal van hem is de bewerking van ‘Romeo and Juliet’ van Shakespeare. Kenmerkend voor zijn realisme is de manier waarop hij deze vertelling inleidt:

 

‘Diese Geschichte zu erzählen würde eine müßige Nachahmung sein, wenn sie nicht auf einem wirklichen Vorfall beruhte, zum Beweise, wie tief im Menschenleben jede jener Fabeln wurzelt, auf welche die großen alten Werke gebaut sind. (…)

An dem schönen Flusse, der eine halbe Stunde entfernt an Seldwyl vorüberzieht, erhebt sich eine weitgedehnte Erdwelle und verliert sich, selber wohlbebaut, in der fruchtbaren Ebene.’

‘Het vertellen van deze geschiedenis zou een zinloze naäperij zijn, als ze niet op een waar gebeurd voorval berustte, ten bewijze van hoe diep die fabels in ieders mensenleven geworteld zijn, waarop de grote en aloude literatuur zich baseert. (…)

Langs de mooie rivier bij het plaatsje Seldwyl strekt zich een lange glooiing vol gewassen uit en gaat in grote vruchtbare vlakte over.’ (Vert. JK.)

 

Radiouitzending over Romeo und Julia auf dem Dorfe:

 

Keller pakt een oud thema uit de wereldliteratuur op en vertaalt dat naar een concrete alledaagse realiteit. De tragedie die zich daar in die realiteit afspeelt, wordt in een mooier gemaakte en sprookjesachtige vertelling met vaak een vleugje humor tot echte Dichtung, Poesis gemaakt.

Opvallend is de aandacht die de poëtisch realisten aan het begin van hun vertellingen hebben voor de plaats en de ruimte, waarin een geschiedenis zich afspeelt. Ze maken de werkelijkheid in hun verhalen wel mooier, maar ze verliezen de alledaagse en concrete leefwereld van de hoofdpersonen nergens uit het oog.

In het meeslepende verhaal Romeo und Julia auf dem Dorfe rest de beide hoofdpersonen niets anders meer dan liefde voor elkaar. Hun vaders zijn in een hopeloze strijd om geld en bezit verwikkeld. Romeo en Julia zien uiteindelijk geen uitweg meer en slaan de hand aan zichzelf.

Dit is het enige verhaal met slechte afloop in deze bundel. Alle andere vertellingen over de mensen uit Seldwyla hebben, zoals in echte sprookjes, bijna altijd een goede afloop. Niet voor niets heeft Keller voor zijn verhalen Seldwyla uitgekozen, dat betekent geluksstad, een zonnig en vrolijk oord. (‘Seldwyla bedeutet nach der älteren Sprache einen wonnigen und sonnigen Ort, ..’).

In de serie Klassiker der Schullektüre vind je hier een programma uit het Literaturhaus Stuttgart over Romeo und Julia auf dem Dorfe. (Voor de liefhebbers.)

 

Der grüne Heinrich (1855)

 

Gottfried Keller

In één van de belangrijkste ontwikkelingsromans van de negentiende eeuw Der grüne Heinrich (1855) neemt Keller zijn eigen jeugdervaringen als uitgangspunt. Keller werd in 1819 geboren, maar verloor op jonge leeftijd zijn vader. Door zijn moeder werd hij erg kort gehouden. Eigenlijk wilde hij schilder worden, maar al spoedig kwam hij erachter, dat zijn kracht ergens anders lag. Keller leidde aanvankelijk een onrustig leven met vele omzwervingen.

In Heidelberg kwam hij in aanraking met het werk van de filosoof en atheïst Ludwig Feuerbach (1804 – 1872), dat diepe indruk op hem maakte. Hij bezocht er ook lezingen van Feuerbach. Volgens Feuerbach is elk spreken over god, een spreken door de mens, daarom is theologie (theos = god; kennis omtrent god) een vorm van anthropologie (anthropos = mens; kennis omtrent de mens). Feuerbach oefende in die tijd veel invloed uit op schrijvers en denkers, onder andere ook op Karl Marx. Zijn hoofdwerk heet Das Wesen des Christentums (1841).

Via Berlijn, waar Keller van 1850 tot 1855 verbleef, keerde hij uiteindelijk weer terug naar zijn vaderstad Zürich. Hier werkte hij als schrijver tot zijn dood in 1890.

Der grüne Heinrich schetst de ontwikkeling van een jongeman, een kunstenaar, die moeite heeft zijn plaats in de maatschappij te vinden. Wie het niet lukt om met zichzelf en met zijn familie in het reine te komen, is ook nooit in staat om in de maatschappij een voorname positie in te nemen, zo wil Keller ons met deze meer of minder autobiografische roman voorhouden. De verhouding tussen schijn en werkelijkheid is een terugkerend thema in veel van zijn verhalen en romans.

Lees hier een samenvatting van Der grüne Heinrich.

Meer over Gottfried Keller in Zürich, stadswandeling.

 

 

Wilhelm Raabe (1831 – 1910)

 

Wilhelm Raabe

Bijna vijftig romans, novelles en verhalen heeft Wilhelm Raabe (1831-1910) geschreven. Met zijn vroege werken als Die Chronik der Sperlinggasse (1857) en Der Hungerpastor (1864) bereikte hij een groot publiek en was hij in zijn tijd een populair schrijver. Raabes opstelling tegenover de wereld werd gekenmerkt door grote twijfel over de vraag of de mens in staat zou zijn om grote maatschappelijke plannen te realiseren. Daarin werd hij evenals vele anderen geïnspireerd door de pessimistische filosoof Schopenhauer.

Veelal treden zonderlinge personen in zijn verhalen op, zoals de hoofdfiguur in zijn werk Stopfkuchen (1891). Stopfkuchen is onlangs in het Nederlands vertaald – door Ard Posthuma – onder de titel Oliebol. Het verhaal is humoristisch, spannend en origineel. Sommigen noemen het  zelfs de grootste roman uit de negentiende eeuw.

‘De grootste roman uit de 19e eeuw.’

Zoals veel novellen uit de tweede helft van de negentiende eeuw is ook dit verhaal een raamvertelling: Stopfkuchens vriend Eduard, die teruggekeerd is van een reis naar Afrika, vertelt de geschiedenis van Heinrich Schaumann, wiens bijnaam Stopfkuchen is. Deze  naam dankt hij aan zijn dikte en vraatzucht (Stopfkuchen is een Duits woord voor het laatste restje deeg, waarin de overgebleven rozijnen, boter en suiker worden gestopt). Deze zonderlinge figuur is van kindsbeen een buitenstaander die zich ook alleen voor andere zielsverwanten interesseert. Eén daarvan is een boer die van een moord wordt verdacht. Stopfkuchen weet de boer van alle blaam te zuiveren en de naam van de werkelijke moordenaar noemt Stopfkuchen pas na diens dood.

Raabe vond dit boek zijn beste, wellicht ook omdat zijn eigen leven veel kenmerken met dat van Stopfkuchen gemeen had: het zijn buitenstaanders die met een zeker intellectueel overwicht de rest van de wereld tegemoet treden en door diezelfde wereld niet worden begrepen.

 

Die Schwarze Galeere (1860)

Voor Nederlanders is Raabes novelle Die schwarze Galeere (1860) interessant omdat het de Nederlandse vrijheidsstrijd in de zestiende eeuw thematiseert. De novelle speelt zich af in Antwerpen in 1599, dat bezet is door de Spanjaarden. De Spaanse vloot wordt geteisterd door de Nederlandse geuzen, waaronder het schip Die schwarze Galeere:

 

‘Es war eine dunkle, stürmische Nacht in den ersten Tagen des Novembers, im Jahre 1599, als die spanische Schildwache auf dem Fort Liefkenhoek, an dem flandrischen Ufer der Schelde, das Lärmzeichen gab, die Trommel die schlafende Besatzung wachrief und ein jeder Befehlshaber wie Soldat seinen Posten auf den Wällen einnahm.’
De tachtigjarige oorlog

Naast beschrijvingen van de strijd zoals in de beginzin hierboven wordt in het eerste van de in totaal zes hoofstukken van de novelle ook het verloop van de Nederlandse strijd tegen de Spaanse overheersing tot dan toe geschilderd. Tevens bevat de novelle een spannend liefdesverhaal.

De stuurman van de Schwarze Galeere, Jan, waagt zich op een avond verkleed als Spaans soldaat in een kroeg. Daar hoort hij van het plan van kapitein Valani en luitenant Leone della Rotta van het Italiaanse schip Andrea Doria om Myga van Bergen te ontvoeren. Myga was Jan als bruid in het vooruitzicht gesteld maar ook Leone della Rota is verliefd op haar. Jan wordt in de kroeg herkend en weet maar ternauwernood te vluchten naar Myga. Haar huis wordt daarop belaagd en in het daaropvolgende handgemeen weet Jan Valani neer te steken en luitenant Leone della Rotta te verwonden. Desondanks worden Jan en Myga door de Spanjaarden en de Italianen overmeesterd en naar de Andrea Doria gebracht. Het lukt Jan echter om wederom te vluchten en later keert hij met de Schwarze Galeere terug naar de Andrea Doria. Hij kaapt het schip, redt Myga en weet Leone della Rota neer te steken.

De novelle is doorspekt met overpeinzingen die doelen op de zinloosheid van een oorlog. De Schwarze Galeere staat symbool voor een dodelijk wapen dat door alles en iedereen wordt gevreesd.

Klik hier voor een voorgelezen versie van de novelle.

 

Terug naar Poëtisch realisme:

 

of verder naar de volgende periode Jahrhundertwende: